– Weet ge nog die eerste keer dat we samen werkten?
– Toen gij de belichting deed voor dat festival?
– Ja, het jaar dat mijn pa stierf. Gij waart daar met zo’n punkster.
– Een punkster? Ik?
– Groen haar had ze.
– God ja, Isabel! Een van mijn leerlingen.
– Wel, ik dacht toen dat ge gescheiden waart, en dat die punkster uw lief was. Het heeft geduurd tot bij de geboorte van uw tweede dochter voor ik te weten kwam dat ge nog een vrouw had. Nooit hebt ge het over Mirjam. Nooit. Ge zanikt er zelfs niet over. Precies of ze niet bestaat.
– Wat is dat hier eigenlijk vanavond? Als het de bedoeling is om het mij zo lastig mogelijk te maken, zeg het dan gewoon. Er bestaan zo veel dingen waarover ik het niet heb. Mijn salontafel bijvoorbeeld, daar heb ik het ook nooit over.
– Dat bedoelde ik nu juist.
– Wat?
– Dat Mirjam in uw hoofd niet meer plaats inneemt dan een meubelstuk.
– Grijs met roze spikkeltjes. Zo’n stevige, waar ge uw voeten kunt opleggen.
– Mirjam?
Een stuk met een sauna, een toog, een wc, hallucinaties te kust en te keur en drie mannen die niet weten wat ze willen. Of toch?
Speelduur: ongeveer 50 minuten