De kronieken van liefde, lust en afzien – Suzy – 11
De nabijheid van Yazz deed Suzy duidelijk goed. Haar eetlust was terug, en ze had kleur op haar wangen. ‘Gisteren gaan wandelen waar James werkte,’ zei ze. ‘Een beek vol geweend. Dat was nodig.’
… ‘Nog nieuws van het serpent?’
… ‘De advocaat heeft ontdekt dat ze pakken meer geld heeft dan ik, en dat ze eigenares is van een appartement dat leeg staat. Drie januari moet ze verhuizen. Tot dan is ze wettelijk verplicht om toekomstige kopers binnen te laten.’
… ‘En dat wifigedoe?’
… ‘Dat heeft Yazz opgelost. Wat ze precies deed, weet ik niet. Het ging pijlsnel, dat wel.’
… Het werd, voor het eerst sinds lang, een lunch met gelach, met het nodige geroddel en met een hoop vrouwengedoe. We fleurden er allebei van op.
De kijkdag begin december werd een drama. Suzy was er zelf niet bij. De makelaar – zowat de meest goedmoedige mens van West-Vlaanderen – bracht verslag uit, kort en krachtig: loeiheet, smeriger dan een varkensstal, bewaakt door een hond die naar de kuiten hapt.
… De kijkers waren weggevlucht. Allemaal. De rest van de kijkdagen werd afgelast.
Oudejaar 24 vierden we zonder Suzy. Sociale vrolijkheid interesseerde haar niet. Het enige waar ze naar uitkeek, was drie januari.
… Ik belde haar bij valavond. ‘En?’
… ‘Ze is weg.’
… Dat was het goede nieuws. Het slechte volgde. Het secreet had de hele inboedel meegenomen. ‘Zelfs James’ aquarium is weg, Ingrid. Twee jaar geleden arriveerde ze hier met niet meer dan haar kleren. Nu is ze aan de haal met mijn hele verleden.’
… ‘Ook de eettafel van je oma?’ vroeg ik.
… ‘Ja, die ook.’
… Ik moest het nieuws even laten bezinken. Zelf had ik uit ons ma’s huis alleen een kroonluchter meegenomen. Kristallen druifjes en aardbeien. Pure kitsch, waardeloos voor iedereen, behalve voor mij. Ik probeerde me in te beelden wat ik zou doen als iemand met die luster aan de haal ging. ‘Ze verdient de doodstraf,’ zei ik.
(wordt vervolgd)