De kronieken van liefde, lust en afzien – Suzy – 1

Tureluurster/ februari 25, 2025/ Geen categorie/ 0 commentaren

Eerst was ze die van nummer zeven. ‘Te mijden’, kreeg ik te horen, toen ik hier kwam wonen. ‘Ze ontvangt aan huis.’
‘Bedoel je …’
‘Ja.’
Ik vond het uitermate bizar, een callgirl in mijn achterafstraatje. De vrouw in kwestie zag er ook niet zo uit. Ik herdoopte haar al snel tot de dame met de dikke hond. Een Engelse buldog die ze elke dag plichtsgetrouw uitliet, en waar ze eindeloos veel geduld mee had.

Op een mooie zomerdag raakten we toevallig aan de praat. Ze werd mijn maatje, later mijn vriendin.
We hadden veel gemeen. We lazen veel, we bekeken de dingen averechts, we hielden allebei van kleine, straffe koffies, en we waren recht voor de raap. Klonk het niet, dan botste het.  Het parcours dat zij had afgelegd was bochtiger dan het mijne, maar callgirl was ze nooit geweest. Ze stikte bijna van het lachen toen ik het haar vroeg. ‘Nee, Ingrid. Dat was ik niet. Dat was …’ Ze fluisterde een naam in mijn oor. En ja, dat plaatje klopte perfect – ook al bleef het bizar in dit straatje.
Verschillen waren er ook. Ik hield van ruimte in huis. Zij wilde het vol-vol-vol. Ik hield van kleuren die licht gaven. Zij ging voor jadegroen en donker framboos. Samenleven zou nooit lukken. Hoefde ook niet. Onze koffiekletsen waren geweldig.
Net als ik had ze een dochter en een zoon. Net als bij mij was de dochter al jarenlang het huis uit en bleef de zoon hangen. Toen die van mij uiteindelijk de stap zette, en alleen ging wonen, vroeg ik of haar zoon nog geen verhuisplannen had. Ze haalde haar schouders op. ‘Zijn autisme zit in de weg. James heeft structuur nodig, en iemand die daarvoor zorgt. Mij dus.’
‘Tenzij hij een vrouw vindt om je rol over te nemen.’
‘Hij? Je kent hem toch?’

Ik kende hem, ja. Een knappe gast die de kost verdiende als boswachter, een job die hem op het lijf geschreven was. Groen en beesten, daar leefde hij voor. Hij was een handige Harry, sportief en goed met wapens. Suzy had me ooit verteld dat hij vanop een afstand van vijftig meter een spin kon doodschieten. Ik had nog gegrapt dat hij in het spinnenseizoen bij mij mocht komen wonen. Een meisje aanspreken zag ik hem niet snel doen. Het had drie jaar geduurd voor hij niet meer naar boven vluchtte als ik bij zijn moeder op de koffie kwam, en nog eens drie jaar voor hij iets tegen me zei. Zijn toekomstige zou veel geduld moeten hebben.

(wordt vervolgd)

(tekening: Martine Van Audenhove)

Deel dit bericht

Reageer hier