De kronieken van liefde, lust, en afzien – Eva – 15
Eva wierp een blik op de keukenklok. ‘Ik moet weg,’ zei ze. ‘Met Wannes naar het ziekenhuis. Controle.’
… ‘Da’s waar ook,’ Ik ben helemaal vergeten vragen hoe het met hem is. Sorry.’
… ‘Geen probleem. Niets gebroken. Kleine barst. Met een beetje geluk mag hij vandaag al uit de gips.’
‘En ga je me nu echt tot volgende week op het vervolg laten wachten? Ik ben nu toch wel wreed benieuwd hoe je dat aanpakte met die sleutel.’
… ‘Simpel. Ik begon direct te verhuizen.’
… ‘Wat?’ Mijn ogen moeten vol vraagtekens hebben gestaan.
… Ze schoot in de lach. ‘Eerst en vooral controleerde ik alle andere deuren. Enkel de sleutel van de bijkeuken ontbrak. Ik maakte de voorraadkast leeg, een antiek geval dat nog van mijn grootmoeder is geweest,’ trok, duwde en sleepte die kast tot voor de buitendeur, en vulde ze weer op. Probeerde het crapuul langs daar binnen te komen, dan was hij eraan voor de moeite.’ Ze glunderde. ‘De volgende morgen bestelde ik een nieuw slot. Alweer expresdienst. De man die het kwam installeren dacht waarschijnlijk dat ik niet goed wijs was. Hij bleef maar herhalen dat ik ook gewoon een sleutel kon laten bijmaken, dat het stukken goedkoper zou uitvallen. Die mens wist uiteraard niet wat ik wist.’ Ze klapte haar gsm open. ‘Nu moet ik echt weg, Ingrid. Ik wil niet te laat komen in de kliniek. Volgende week de rest? Teug hier?’
.Ik liep met haar mee naar de voordeur. Aan de overkant liet Suzy haar hond uit. Of beter: ze sleurde hem mee. Bobke was zo oud en dik dat hij nog nauwelijks vooruit kwam. Ik stak de straat over. Van alle buurvrouwen is Suzy absoluut mijn favoriete, en ik die van haar. ‘Koffie?’ vroeg ik.
… ‘Andere keer. Ik moet straks nog gaan werken. Avondshift. Was dat één van je cursistes? Ze lijkt op jou, weet je dat?’
… ‘Nee, geen cursiste, een verhalenleverancier.’
… ‘Dan heeft ze vast een interessanter leven dan ik. Met mijn belevenissen vul je zelfs geen A 4’tje.’ Ze trok Bobke overeind, die in de goot was gaan liggen, en vervolgde haar weg. Geen van ons beiden kon vermoeden dat ze een dik jaar later ook in mijn kronieken terecht zou komen …
(wordt vervolgd)
(de tekening is van Martine Van Audenhove)