De kronieken van liefde, lust en afzien – Eva – 10
In de slaapkamer liep Eva direct naar het raam, rukte het open. Geen kat op straat. Om hulp roepen, had geen zin. Springen? Ze hoorde voetstappen op de trap, deed het venster snel dicht, liet zich op het bed zakken.
… ‘Al een keuze gemaakt?’
… ‘Nee.’
… ‘Dan doe ik het. Dat blauwe. Heel stijlvol. Met die zwarte veterschoenen. En doe dit op.’ Hij stopte een lipstick in haar hand, liep de kamer weer uit.
… Ze kleedde zich snel om, liep naar de badkamer, draaide de dop van de lippenstift. Het koraalrood vloekte bij de kleur van haar krullen en bij haar bleke wangen. Een clown uit een griezelfilm, zo zag ze eruit.
Hij had zich ook omgekleed, zag ze. Nachtzwart pak, ivoorkleurig hemd. De kleren die hij had uitgetrokken, lagen op de vloer. ‘Die zijn voor de vuilbak,’ zei hij.
… ‘Bedoel je de vuile was?’
… Hij nam een hakmes uit de la, keek haar kil aan. ‘Ik bedoel wat ik bedoel. Ik doe niet aan wassen. Wat vuil is, gaat de vuilbak in. Nu graag!’
… Ze deed wat hij vroeg. ‘Kan ik nog iets doen?’
… ‘Zitten, zwijgen en lachen. In die volgorde.’ Hij legde peterselie op een snijplank en begon te hakken. Daarna dekte hij de tafel. Met haar mooiste serviesgoed en haar kristallen glazen. De oven gaf een pingetje. Hij zette ‘m af, dimde het plafondlicht. ‘Heb je kaarsen?’
… Ze kwam half overeind.
… ‘Zitten, had ik gezegd!’ Hij griste een terracotta beeldje van de kast, keilde het tegen de muur. ‘Ongehoorzaamheid wordt bestraft, Evaatje. Wil jij ook kapot? Waar zijn die kaarsen?’
… Ze wees naar een van de lades van het dressoir.
… ‘Kandelaars?’
… ‘Keuken, hoge kast.’
… In de flakkerende gloed van tientallen kaarsen gingen ze aan tafel.
Eva nam een slokje wijn, leunde achterover. ‘Het was compleet surrealistisch, Ingrid. Hij bood me zijn arm, leidde me naar mijn stoel, schoof die achteruit. Hij bediende, schonk de glazen vol. De perfecte gentleman. Voor eventuele passanten moet het eruit gezien hebben als de ultieme romantische date. Evaatje hier, en Evaatje daar. Wat mijn werk inhield? Waarom mijn man me verlaten had? Hoe de kinderen het deden op school? Wat ik vond van de quiche en van de wijn? Hij viel geen moment uit zijn rol van tafelheer, beantwoordde zelfs de vragen die ík aan hém stelde.’
… ‘Deed je dat dan?’
… ‘Ik wilde weten hoe hij me had gevonden, en hoe hij was binnengeraakt.’
… ‘En kreeg je antwoord?’
… ‘Ja. Die eerste avond, in de Vooruit, had hij een taxi gebeld. Die liet hij wachten tot ik buitenkwam. Tegen de chauffeur zei hij dat ik zijn vrouw was, en dat hij mij verdacht van overspel. Ik woonde toen nog in Drongen. Een groot huis met een fantastische tuin. Hij heeft de boel daar grondig verkend en ontdekt dat hij via twee andere tuinen in die van mij kon raken. Mijn achterdeur had een achterlijk slot, zei hij. Voor hem was dat het teken dat ik op hem had gewacht.’
De dienster kwam vragen om af te rekenen. Haar shift zat erop.
… ‘De mijne ook,’ zei ik. Het was geen leugen, ik had inderdaad nog een afspraak in de vooravond, en dat kwam me goed uit. Waren Eva’s ervaringen even smerig als die van mij, dan wist ik min of meer wat ze me nu ging vertellen, en ik wist niet of ik daar klaar voor was.
(wordt vervolgd)
(foto AI)