De kronieken van liefde, lust en afzien – Celeste – 6

Tureluurster/ oktober 15, 2024/ Geen categorie/ 0 commentaren

‘Laat me beginnen met het einde,’ zei ze. ‘Jaren geleden heb ik me bijna dood gezopen. Expres. Ik ben een bevoorrechte dronkaard. Niemand ziet het aan mij als ik hoteldebotel ben. Ik zwalp niet, ik bral niet, ik word niet ambetant. Ik zit gewoon onder een stolp die de realiteit buiten houdt, en dat wilde ik. En ja, dood wilde ik ook.’ Ze keek me even aan alsof ze een waarom verwachtte. Toen die er niet kwam, ging ze door. ‘Toch had Daniël het in de smiezen. Hij voelde het. Liefde zeker?’ Ze rolde met haar ogen, verwachtte alweer een opmerking die ze niet kreeg. ‘Hij liet, zonder dat ik het wist, camera’s installeren bij ons thuis. Toen hij genoeg bewijzen had, liet hij me opnemen in een ontwenningskliniek.’
‘En jij ontwende?’
Ze had een andere vraag verwacht. Ik zag het aan de manier waarop ze haar schouders optrok. Het duurde ook enige tijd voor ik antwoord kreeg. ‘Nee,’ zei ze toen. ‘Ik deed alsof. Ik wilde niet in de realiteit leven.’
‘En toen?’
‘Ik mocht naar huis, en begon weer te drinken. Buiten beeld. Ik had mijn lesje geleerd. Het duurde nog geen week voor hij erachter kwam. Vraag me niet hoe. Sindsdien ben ik arm.’
Arm?’ Ik schoot in de lach. ‘Je handtas kost meer dan een maandloon.’
Ze kon er de humor van inzien. ‘Jouw maandloon misschien. Je bent belachelijk goedkoop. Had Daniël geweten dat je maar vijfentwintig per uur vroeg, dan had hij het nooit goed gevonden dat ik naar hier kwam. Goedkoop is niet te vertrouwen.’
Nu was ik degene die de kluts kwijt was. Had ze gelijk? Werkte het zo? Leek ik minderwaardig omdat ik niet wilde meedoen aan de race van steeds meer? Ik had geen tijd om erover na te denken.
‘Hij zette me zonder cash,’ zei ze. ‘Ik mag zoveel geld uitgeven als ik wil, maar enkel elektronisch. En ik moet de bonnetjes bijhouden. Hij controleert alles, maakt van niets een probleem – behalve van alcohol. Zeven jaar geleden kocht ik in de supermarkt een fles gin die hij niet terugvond in onze bar. De dag erna zat ik weer in de kliniek.’
‘Liefde?’ vroeg ik.
Haar lijf schokte bijna van de stoel. Haar hand schoot uit, de beker met het restant koffie ging tegen de grond. ‘Nee,’ zei ze van tussen opeengeklemde tanden. ‘Schuldgevoel.’

(wordt vervolgd)

 

Deel dit bericht

Reageer hier