Ierland voor beginners – 20 – Dublin

Tureluurster/ juli 24, 2024/ Geen categorie/ 0 commentaren

 

     

Er rest ons nog enkel Dublin. Van Clifden naar daar is het ongeveer 300 kilometer, een saaie autostraderit die we onderbreken voor een bezoek aan Galway, volgens mijn zus een fijn stadje.
Ze heeft gedeeltelijk gelijk. Galway leeft, de straten zijn tjokvol, de toeristenwinkels draaien overuren, overal zijn er marktjes. Dat klinkt als gezellig, en dat is het ook, tot je beter gaat kijken. We arriveren er om elf uur ’s ochtends en de stad is al (of nog?) compleet ‘zat’. De alcohol waait je van alle kanten tegemoet, samen met het gebral en het gekrakeel. Allicht de gevolgen van bankholiday.

Tegen drieën komen we aan in Dublin. Binnen de vijf minuten worden we er bijna drie keer van de baan gereden, ons hotel stinkt naar zweetvoeten, en ik raak niet wijs uit het gebrabbel van de receptionist. Zijn Engels lijkt Chinees. Geen denderende entree!
We hebben afgesproken met de zoon van mijn zus. Die doctoreerde in Dublin, en bleef er hangen, samen met zijn lief. Zij spelen voor gids, zeggen er eerlijk bij dat ze niet zo veel te vertellen hebben. Ze willen weg uit de stad. Te vuil, te druk, te duur, te lawaaierig en niet sociaal. Op het eerste gezicht hebben ze gelijk. Veel winkelstraten, nauwelijks voetgangerszones, weinig gezelligheid. We slenteren een beetje rond, bezoeken een paar schitterende pubs, gaan samen eten in een Thais restaurant.

Het uitgebreide bezoek houden we voor de dag erna. In een stad als deze moet er meer te zien zijn dan wat we zagen. Al voor negen uur zijn we op pad. Het blijkt het moment dat de straten worden schoongeveegd, het uur waarop de winkeliers de daklozen verjagen en hun stoep schoonspuiten. Nergens meer buiten- en tentenslapers, drugspuiters en bedelaars gezien dan in Dublin. Nooit eerder zo veel smakeloze winkelstraten gepasseerd. Nergens in Europa meer afval op straat dan daar.
Wordt dat gecompenseerd door een heleboel moois?
Onvoldoende, naar ons goesting.
Voor kroegbezoekers en muziekfanaten is Dublin een paradijs. Voor andere cultuurzoekers iets minder. De enige twee trekpleisters die ons echt kunnen bekoren zijn Dublin Castle en Trinity College. De Christ Church Cathedral is eveneens indrukwekkend, maar je mag er enkel binnen tegen betaling, iets wat we principieel weigeren bij godshuizen. Langs de oevers van de Liffey en in het stadspark kan je fijn kuieren. Voor de rest hebben we behoorlijk wat malchance. St. Mary’s Church kan je vanbinnen enkel zien als je er gaat eten, St. Michan’s Church en de City Hall zijn allebei gesloten.

Is er dan – naast het hierboven genoemde – niets te zien? Nee, dat zou overdreven zijn, maar de bezienswaardigheden liggen ver uit elkaar, en het ‘onontgonnen gebied’ waar je dan doorheen moet, is behoorlijk deprimerend. Er is veel armoede in Dublin, en daar valt niet naast te kijken. Bouwvallige huizen, verveloze deuren, smerige gordijnen voor de ramen en – zoals ik al zei – geïmproviseerde slaapplekken. Brussel Noord op zijn slechtst. De Dubliners zijn die wantoestanden duidelijk zat. Getuige daarvan zijn de boodschappen zoals op de foto. Honderden van die briefjes hangen er …
Ook in de betere wijken valt er niet aan te ontsnappen.
Bij Merrion Square, een soort miljoenenkwartier waar het beroemde standbeeld van Oscar Wilde staat (of ligt – zoals je wil), moeten we bijna slalommen tussen de bedelaars. ‘Riffraff’, (gespuis) zegt een oudere heer in driedelig pak met wandelstok. Hij schopt een bekertje met muntjes van het trottoir, lacht erbij. We zijn beschaamd in zijn plaatst, geven de vrouw van het bekertje vijf euro, en ontsnappen naar de National Gallery. A thing of beauty is a joy for even, nietwaar!

(wordt vervolgd)

 

Deel dit bericht

Reageer hier