Ierland voor beginners – 17 – Oh, ja … Eindelijk!

Tureluurster/ juli 17, 2024/ Geen categorie/ 2 commentaren

Vrijdag gaan we op weg naar Clifden, tegen het Twelve Bens-gebergte en bij de oceaan. Het is een reis van 180 kilometer, in deze contreien een uur of vijf rijden, en er staan maar liefst twee excursies op ons programma: een boottocht in de Killary Fjord en een bezoek aan Kylemore Abbey.
In het originele (niet-verlengde) reisschema van Gallia wordt deze tocht gecombineerd met een bezoek aan de kliffen van Moher plus de Burren, (waar wij gisteren een hele dag over deden) en met een verkenning van de stad Galway. Met andere woorden, ze maken ‘Japanse’ planningen: rijden als een zot, ter plekke snel-snel-snel naar het eerste uitkijkpunt hollen om daar de obligate selfie te nemen, dan weer weg.
Zo zitten wij niet in elkaar. Als we ongeveer halverwege onze rit in Galway arriveren, blijkt onze tijd al zodanig gekrompen dat we zelfs deze stad niet kunnen bezoeken. Anders missen we gegarandeerd de boot.
Foeterend zetten we koers naar Leenane. Dat gefoeter stopt abrupt ergens tussen Cornamona en An Mám. ‘Schotland?’ We zeggen het allebei tegelijk, zetten de auto aan de kant en snuiven het landschap op, samen met de zilte lucht en de eerder kille wind. Op dat moment weten we het nog niet, maar zowel de rest van de dag als de dag erna zullen we ons in de Schotse hooglanden wanen, met landschappen zo overweldigend dat ze niet te fotograferen zijn, en met – zowaar! – fijne dorpjes. We zijn aanbeland in Connemara. Ja, van het liedje! En de regio heeft dat liedje dik verdiend!

Leenane is nog geen scheet groot (zoals ze dat bij ons zeggen), nauwelijks groter dan wat je ziet op de foto, kleurig, vriendelijk, en spectaculair mooi gelegen. Het is de eerste plek waarvan ik honderd procent overtuigd denk: hier zou ik willen blijven hangen.
Onze afvaartplek ligt een kilometer of vijf verderop. De boot – klein en gezellig, met zowel zitplaatsen binnen als op het dek – vertrekt stipt op tijd. We varen de enige fjord van Ierland af tot bij de oceaan, komen ogen te kort. De honderden (aangelegde) mosselbanken, de kooien vol kweekzalmen, de bergen rondom waar op primitieve terrassen ooit aardappelen werden verbouwd, tot de oogst mislukte en de helft van de bevolking (letterlijk) stierf van de honger. De andere helft zou uiteindelijk de boot nemen naar Amerika of naar andere oorden. Er wonen nu nog steeds vier keer meer Ieren in het buitenland dan in Ierland zelf.

De zon warmt de wind, de wijn aan boord verwarmt ons. Deze dag kan alvast niet meer stuk!

(wordt vervolgd)

 

 

Deel dit bericht

  1. Ja, eindelijk. Ik denk de hele tijd al dat je in een ander Ierland bent geweest.

    1. Ja, dat hoorde ik nog al een paar keer;-)
      Daar heeft het weer ongetwijfeld mee te maken. Ik had geen zomer verwacht, maar dat de winter daar tot in juni kan duren, dat had ik toch niet ingecalculeerd.
      Enfin, zelfs met mooi weer was het toch niet helemaal wat ik ervan verwacht had. Helaas …

Reageer hier