Ierland voor beginners – 12 – gegijzeld …

Tureluurster/ juli 5, 2024/ Geen categorie/ 0 commentaren

Na een lunch met soep en brood zetten we koers naar het Blasket Centre. De lucht trekt dicht, boven de bergtoppen hangt een wolkenpak dat hel en verdoemenis voorspelt. ‘Amai,’ lacht Didier, ‘blij dat we hier zijn en niet daarboven.’
Het Blasket Centre is een hypermodern museum  in het uiterste westen van Ierland, daar waar de oceaan een woest beest lijkt, en de wind er alles aan doet om je uit je schoenen te blazen. We worstelen ons naar het uitkijkpunt. De zee buldert en gromt. Aan de onzichtbare overkant van al dat geweld ligt Amerika. Indertijd het land van belofte. Nu de arena waarin twee overjaarse gekken vechten voor het presidentschap.
De wind is zo venijnig dat ik het uitzicht laat voor wat het is, en het water de rug toekeer. Ik voel mijn mond letterlijk openvallen. ‘Kijk!’ roep ik. Te laat. Het wolkenpak waar Didier daarstraks nog mee lachte, hijst zichzelf over de rand van een bergtop, en tuimelt naar beneden. Nog geen halve minuut later zitten we in een mist, dikker dan erwtensoep. Het is beangstigend. Het houten platform waarop we staan, is er niet meer. Mijn voeten en mijn benen evenmin. We zijn geesten in een luchtbel boven het water.
Hoe lang we daar zo staan? Geen idee. Naar mijn gevoel minstens een jaar. In het echt waarschijnlijk vijf minuten. Dan vind ik mijn voeten terug, én Didier. ‘Weg van hier,’ zegt ik. Voetje voor voetje zoeken we het pad terug.

Het Centrum lijkt een oase van licht en veiligheid. Achter de balie zitten drie vrouwen. Ik loop naar de middelste, een toonbeeld van nationalisme met haar rosse krullen en haar brede glimlach. Ik geef haar mijn vouchers, leg haar uit dat we er gisteren niet raakten. ‘Mogen we erin?’
‘Ssssht!’ Ze legt een vinger op haar lippen, wijst naar de collega aan de linkerkant, rolt met haar ogen, schudt van nee. ‘De andere,’ ze wijst naar rechts, ‘is soepeler.’
  En ja, we mogen binnen.
Om eerlijk te zijn, had ik me er niet veel van voorgesteld, maar de tentoonstelling over het vroegere leven van de eilandbewoners is verrassend interessant. Een aanrader!

Serieus onder de indruk staan we twee uur later weer buiten, om daar te constateren dat de wind om een of andere mysterieuze reden met pensioen is gegaan, en dat de mist nog dikker is geworden. We zien letterlijk geen hand voor ogen. Autorijden is onmogelijk. We zitten vast, gegijzeld door geklonterde wolken!
Gelukkig is er een restaurant in het centrum. Uiteindelijk zullen we daar meer dan drie uur moeten blijven. Pas tegen sluitingstijd komt er weer beweging in de lucht, en trekt de mist geleidelijk weg. Intussen zijn alle tafeltjes bezet en troept er een heleboel volk samen bij het raam. ‘Yes!’ Een broodmagere man met een zilvergrijze stoppelbaard gooit zijn pet in de lucht. ‘Praise the Lord! I can see my car.’ Hij neemt zijn vrouw bij de arm, haast zich naar buiten. Het startschot voor de grote exodus.

Deel dit bericht

Reageer hier