Ierland voor beginners – 2 – it’s a long way to Tipperary …

Tureluurster/ juni 13, 2024/ Geen categorie/ 0 commentaren

 

Ik begrijp niet hoe mensen zo lyrisch kunnen doen over zeereizen. Waar ter wereld je ook vaart, van zodra je het land achter hebt gelaten, is er enkel nog water. Soms blauw, soms groenig. In ons geval vuil grijs gerimpel dat aan de horizon overgaat in zilver met een wit randje. Uit het raam kijken gaat heel snel vervelen. Een frisse neus halen op het bovendek is er ook niet bij. De wind is zo krachtig dat de dekken zijn afgesloten. Enkel voor de rokers is er een stukje vrijgehouden. Een grapje allicht – of een Tantaluskwelling – want een sigaret opsteken bij stormkracht acht is simpelweg onmogelijk.

We installeren ons in een van de bars, Didier duikt weg in de avonturen van Wallander, ik neem een foto en stuur die via Whatsapp naar de kinderen, en de rest van de familie. Goed in Cherboug geraakt, nu op zee. Nog geen 10 seconden later krijg ik een bericht van Proximus. Dat ik ben verbonden met een maritiem netwerk. Er zit een tarief bij. Een minuut bellen kost 6,17€, voor een sms vragen ze 70 cent, surfen kost 21,5€ per mb. Ik zit nog te bekomen van die prijzen als er een tweede bericht binnen floept waarin ze me laten weten dat ik al 25 euro aan mobiele data heb opgebruikt. Ik kan mijn ogen niet geloven. Voor enkele Whatsapp’jes?! Precies op dat moment rinkelt de telefoon van Didier. ‘Niet opnemen,’ zeg ik, ‘ge wordt gepluimd waar ge bij zit.’
Te laat! Hij neemt wél op, blijft ongeveer 5 minuten aan de lijn. Het komt hem op een rekening te staan van meer dan 12 euro, want ja, ook als je gebeld wordt, moet je in maritiem gebied betalen!  We zetten onze telefoons op vliegtuigstand en drinken er nog eentje om te bekomen.

De volgende middag, een uur na de geprogrammeerde tijd rijden we de kade van Dublin op.
Links!
Het is even wennen. Veel tijd krijgen we daar niet voor, want de gps-madam stuurt ons dwars door de stad. Daarna leidt ze ons naar de M7 en zetten we koers naar Cashel, een rit van 170 kilometer, met rondomrond groen en boven ons een lucht in vijftig tinten grijs. Ik heb mezelf gezworen niet te klagen over het weer. Dat doe ik dus ook niet. In plaats daarvan focus ik op het goeie: we zijn al een uur in Ierland, en het heeft nog niet geregend!

It’s a long way to Tipperary, het graafschap waartoe Cashel behoort. Op autosnelwegen lijken Ierse kilometers langer dan Belgische, en oneindig veel langer dan Franse. De Franse tolwegen mogen dan duur zijn, je krijgt fantastische vergezichten voor je geld. In Ierland ligt dat enigszins anders. De tolwegen zijn er spotgoedkoop (er zijn er trouwens niet zo veel), de bijgeleverde vergezichten eveneens.  De meeste grote wegen – en behoorlijk wat kleinere – zijn letterlijk afgeboord met groen. Een verhoogde berm met boomhoge struiken of struiklage bomen. Groene tunnels, soms een tikje somber, soms feeëriek, afhankelijk van het weer. Het nadeel? Geen uitzicht!

In ons Galliapakket zitten de overnachtingen (met ontbijt), de ferry en 5 excursies. De eerste daarvan is de Rock of Cashel, een 60 meter hoge kalksteenrots met daarop de (ruïnes van) Saint Patrick’s CathedralCormac’s Chapel en een round tower.
Iets voor drie rijden we Cashel binnen. Een dorp van dertien in een dozijn, met enige winkels, een paar pubs, weinig volk op straat. De gps-madam loodst ons rechtstreeks naar de parking van ‘de rock’. Als we uitstappen, begrijpen we waarom de straten zo leeg zijn. De wind blaast me bijna omver, en het is ijskoud. ‘Komt omdat we deze middag niet gegeten hebben,’ zegt Didier. Daar moeten we dus dringend iets aan doen.
Op nog geen 100 meter lopen van de parking vinden we Granny’s Kitchen. We krijgen het laatste tafeltje, eten (net als de meesten) soep met huisgebakken brood. Ik met mijn rug tegen de radiator die roodgloeiend staat. Vinden de Ieren het ook koud voor de tijd van het jaar? Of staat de verwarming aan voor de toeristen? Een vraag waar ik tijdens ons verblijf geen antwoord op zal krijgen.

(wordt vervolgd)

Deel dit bericht

Reageer hier