De kronieken van liefde, lust en afzien – Iradj – 9
Iradj haalde zijn portemonnee boven. ‘Ik moet gaan, Ingrid. Over een half uur moet ik in de rechtbank zijn om te tolken. Morgen ook trouwens. Dan kan ik je de rest van het verhaal vertellen, als je wil.’
… ‘Natuurlijk wil ik dat. En laat dat geld maar zitten. Het is mijn beurt om te trakteren.’
… Hij haastte zich weg. Ik vroeg om de rekening, betaalde en fietste naar huis.
Net toen ik de voordeur opende, rinkelde de vaste telefoon. Het was ons ma. ‘Eindelijk,’ zei ze, ‘gij zijt nooit in uw kot tegenwoordig. Ik belde al vier keer.’
… ‘Ik had afgesproken met Iradj. Morgen ook trouwens.’
… Aan de andere kant van de lijn viel een bedenkelijke stilte.
… ‘Ma, is er iets?’
… ‘Ja, ik blijf het er moeilijk mee hebben dat gij afspreekt met vreemde mannen.’
… Ik schoot in de lach. ‘Mannen? Het is er maar één, hoor. Weet je wat, als je het niet vertrouwt, ga dan mee morgen.’
… Er volgde een stilte van minstens een minuut. Ik voelde bijna het knetteren van haar hersenen. ‘Wel,’ zei ze toen, ‘ik doe het. Ik ga mee. Kom me maar ophalen aan de bushalte.’
En zo zaten we de volgende dag met twee tegenover Iradj. ‘Dit is mijn moeder,’ zei ik. ‘Ze speelt voor chaperonne.’
… Ons ma verslikte zich. ‘Het is niet dat ik ulder niet vertrouw,’ zei ze snel. ‘Ik was gewoon curieus. Ik heb nog nooit gepraat met iemand uit Iran. Ik heb zelfs nog nooit iemand gezien van ginder.’ Ze monsterde hem. ‘Ge ziet er helemaal niet vreemd uit. Ge lijkt gewoon een man van hier.’
… Ik voelde me een beetje door de grond zakken, maar Iradj lachte. ‘Ik bén intussen ook bijna een man van hier,’ zei hij. ‘Ik eet liever friet dan aubergine, en ik drink liever Duvel dan thee.’
… ‘Als ge maar een beetje matig blijft met drank,’ repliceerde ons ma. Vervolgens gooide ze haar eerste vraag op tafel. ‘Zijt ge getrouwd? Niet dat ik daar zaken mee heb, maar …’ En nog voor Iradj tijd kreeg om te antwoorden, volgde nummer twee. ‘Hebt ge kinderen?’
… ‘Twee keer ja,’ zei Iradj. Hij had er duidelijk plezier in, zijn ogen blonken.
… ‘Daar ben ik blij om. Eind goed, al goed. Ons Ingrid zal ook blij zijn. Ze wilde een verhaal met een ‘appy end’.
... ‘Dat krijgt ze ook,’ zei hij, al is deze prins,’ hij legde een hand op zijn borst, ‘uiteindelijk wel voor een andere prinses door de knieën gegaan.’
…Ik kon mijn oren niet geloven. ‘Serieus?’
… ‘Serieus, en was je een even straffe interviewster als je moeder, dan had je dat al lang geweten.’
… Ons ma glunderde, ik voelde me … tja, ik vind er niet direct het goede woord voor. Bekocht komt er het dichtste bij, denk ik. Daar ging mijn 1001 nachtenverhaal …
… De dienster kwam vragen wat we wilden bestellen. ‘Dame blanche,’ zei ons ma, ‘met slagroom. Iradj deed mee, ik hield het bij koffie. Ons ma deed voort met wat ze bezig was: interviewen. ‘Dat eerste meisje waar ge verliefd op werd, was dus een tegenvaller?’ Iradj schokschouderde. Ons ma legde haar hand op zijn arm. ‘Ge moet daar niet beschaamd over zijn. Niemand zou met zijn eerste liefde moeten trouwen, en ik ben al eind de tachtig. Ik weet waarover ik praat.’ Ze keerde zich naar mij. ‘Ingrid, had gij getrouwd willen zijn met die halve Beatle, waar we op uw zestiende zoveel ruzie over maakten?’
… Ik werd gered door het gerinkel van Irad’j telefoon. Er volgde een kort gesprek waar we geen woord van verstonden. ‘Eet jij mijn ijs op?’ vroeg hij nadat hij had afgedrukt. ‘De man die de volgende zaak zou tolken, heeft afgezegd. Zijn vrouw is aan het bevallen. Ik moet hem vervangen. We spreken een andere keer af.’ Hij maakte een zwierige buiging voor ons ma, en ging er in zeven haasten vandoor.
… ‘Een echte heer,’ zei ons ma, ‘maar niet uw type. Didier mag gerust zijn, en ik ook.’
… ‘Didier wás gerust,’ zei ik. ‘GIJ stak u van alles in uw hoofd.’
… ‘Omdat ik u heb meegemaakt als puber!’ En zo kreeg ze toch nog het laatste woord.
(wordt vervolgd)