De kronieken van liefde, lust en afzien – Maria – 6
De deur van de sacristie ging terug open. De man in het grijs kwam naar ons toe. ‘Ik zou willen afsluiten. Kan dat?’
… ‘Moeten we weg?’ zei Maria. ‘Wat voor een gat is dat hier? Geen cafés en een godshuis met openingsuren. Zit er ook een tijdslot op uw hemel?’
… De man keek haar perplex aan. ‘Het is …’
… ‘Laat maar, we gaan al.’ Ze keerde hem ostentatief de rug toe. ‘Helpt ge me een handje, kind?’
… Arm in arm liepen we naar buiten.
… ‘Zullen we ergens iets gaan drinken?’ vroeg ze.
… ‘Ik moet weg,’ zei ik, ‘mijn ma heeft een probleem met Proximus en ze zou graag hebben dat ik dat oplos. Dat was een leugen. Het probleem had zichzelf opgelost, maar ik had eventjes ruimte nodig, en lucht.
… Maria knikte. ‘Dat is goed, kind. Moeders gaan voor, maar wacht niet te lang om terug te komen. Dit hier,’ ze klopte op haar borst, daar waar haar hart moest zitten, ‘heeft niet veel meer te goed.’
Ons ma zat mij al op te wachten, met versgebakken appelcake. Er stonden twee bordjes op tafel. ‘Komt tante Cecile niet?’
… ‘Nee, die is naar Willy en Maria.’ Ze roerde in haar koffie. Tijdrekken, wist ik, want ze dronk zwart.
… ‘Ligt er iets op uw lever, ma?’
… Ze sneed twee plakken cake af. ‘Dat filmpje voor uw laatste boek, waarin ik mocht meespelen, is het waar dat de mensen dat op hun telefoon kunnen zien? Ons Riet zei dat?’
… ‘Ja, ik heb het u toch laten zien?’
… ‘Op uw computer.’
… ‘Dat is hetzelfde. Het is te zien op elk toestel met internet.’
… ‘Overal? Ook in Holland en China?’
… ‘Ja, al denk ik niet dat de Chinezen geïnteresseerd zijn in ons. Wilt ge dat ik het filmpje weghaal?’
… ‘Wel nee, kind. Ik vind het chic dat ge op mijn 88ste een filmster van mij hebt gemaakt, maar ons Cecile denkt dat de mensen mij uitlachen.’
… Ik haalde mijn telefoon uit mijn sacoche. ‘Nog eens kijken?’
We keken, en we lachten. Het was geen uitlachen, verre van. Ik vond nog altijd dat ze het schitterend had gedaan, en zij vond dat ook. Ze zei het niet, maar ze liet het lezen in haar ogen. ‘Ge moet dat goed bewaren,’ zei ze. Als ik dood ben, en ge weet niet meer hoe ik eruitzag, dan kunt ge er nog eens naar kijken. En nu …’ Ze sneed nog twee plakken cake af, ‘wil ik weten hoe het is met uw Maria. Was ze er?’
… ‘Ja.’ Ik vertelde wat ik te horen had gekregen.’ Ze knikte, zonder commentaar.
… ‘Zijt ge geshockeerd,’ vroeg ik.
… ‘Moet dat? Allez, zeg, op televisie en in de gazet doen ze alsof homo’s een nieuw ras zijn. Verre van! Dat heeft altijd bestaan, maar die mensen waren aan handen en voeten gebonden. ‘Er waren hier in Waasmunster minstens vier homo’s die getrouwd waren – met een vrouw, bedoel ik. Ze hadden geen andere keuze. En pas op, dat waren geen slechte mannen, hé? Meestal goede vaders ook.’
… ‘Hoe komt gij zo slim?’
… ‘Vrouwen die ondergoed passen, babbelen makkelijk.’
… ‘En ge hebt daar nooit iets over verteld?’
… ‘Nee, en dat ga ik nu ook niet doen.’ Ze maakte het teken van horen, zien en zwijgen. ‘Ik denk dat ik weet wie uw Maria is,’ zei ze toen. ‘Ze kwam bij mij in de winkel. Ge hebt haar naam veranderd, en dat siert u. Ze was niet van hier. Ze was van Dendermonde, en ze had het niet gemakkelijk.’
Voor wie zin heeft … de link naar het filmpje waarin ons ma de rol van Irma speelde …https://www.youtube.com/watch?v=-Z5PpCgSOjo
(wordt vervolgd)
(de foto is genomen in het SMAK)