Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 46
Er zijn een massa dingen die ik niet durf – of die ik niet kán. Ik ben bang voor zowat alle beesten, ik ben bang voor elk water dat niet in een glas past (en zelfs dán ben ik er niet gek op!), ik kan niet met een boormachine werken, ik kan geen autoband vervangen, en ik teken als een kleuter.
… ‘Bang zijn’ en ‘niet kunnen’, dat gaat samen. ‘Niet kunnen’ en ‘een hekel hebben aan’, dat gaat ook samen. Behalve in één geval … Ik heb de stem van een doorrookte en doorzopen rocker (misschien ben ik dat wel😉) en een bereik van amper een octaaf. Als iemand NIET geschikt is om op een podium te staan kwelen, dan ben ik het. En toch vind ik het zalig om te doen. Ik word er à la minute blij van. Toen Didier liedjes maakte – in Coronatijd deed hij dat vaak – voelde ik altijd een steek van jaloezie. Kon ik ook maar gitaar spelen, kon ik ook maar zingen.
En toen was er ineens het moment dat ik dacht Foert! Ik ga gewoon karaoke doen.
… Dat viel tegen. Wie ik ook probeerde te imiteren (met een stem als de mijne), het klonk altijd fout.
… Ik stapte over op plan B, zocht een nummer dat ik wijs vond, schreef een nieuwe tekst, en begon te experimenteren. Ik startte met Stuck in the Middle with You van Stealers Wheel. Ergens in de jaren zeventig – voor ze beroemd werden – trad de band op in Gent. Ik was erbij en ging daarna samen met hen een aantal dagen de hort op (dat is weer een ander verhaal). Eenvoudige melodie, haalbaar ritme, lekkere swing. Weinig onhaalbare noten. Het lukte wonderwel. Met een krakende microfoon in mijn hand blies ik een ingebeeld publiek uit de sokken. Ik genoot er ongelooflijk van.
Het nummer was voor Yves, de man die jarenlang mijn schrijfcursussen in Dardennen naar een hoger niveau tilde met zijn kookkunsten en zijn eigenzinnige humor. Ik bracht het de laatste avond van de Pasen-schrijfweek, kreeg een waarderend applaus, raakte instant verslaafd.
… Ik ruilde de brolinstallatie die ik had gekocht voor een goeie, en maakte in 2022 zowat twintig nummers. Telkens voor één specifiek iemand. Mini-verhaaltjes op muziek.
… ‘Schoon,’ zei ons ma toen ze de nummers voor Vero en Theo had gehoord. ‘Doet ge dat ook eens voor mij. Als Nieuwjaarscadeau?’
… De dag erna ging ik aan de slag met Ze kon het lonken niet laten van Nikkelen Nelis (Wim Sonneveld), één van de lievelingsliedjes van ons vader. Als hij het meezong, knipoogde hij altijd naar haar, en zij deed dan teken dat hij zijn manieren moest houden. Ik zette alles op alles, kocht zelfs een tamboerijn en rinkelbelletjes, want ons ma kon behoorlijk kritisch zijn, en ik was graag de perfecte dochter.
… Ze heeft haar lied nooit gehoord. Toen het Nieuwjaar werd, was haar interesse in de wereld en alles wat er mee te maken had, opgebruikt. Ze schudde van nee (spreken kon ze niet meer), kneep in mijn hand om te laten voelen dat ze me graag zag, tekende toen met haar vinger een hartje in de lucht, en wees naar Didier.
… Ik verbeet mijn tranen, begon aan een nummer voor mijn lief …
(de foto dateert uit 1954 – de mensen erop waren aanwezig op de trouw van ons ma en pa. Het feest was in de Lekkerbek, Waasmunster. Het grootste deel van de geportretteerden is intussen overleden, maar in mijn gedachten leven ze voort ..)
(wordt vervolgd)