Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 24
De volgende les verliep al even vlotjes, zo goed zelfs dat Koen de rest van de afgesproken momenten on hold zette. ‘Oefen thuis, mensen. We pakken de draad weer op een maand voor de trouw.’
… We oefenden met overtuiging, en het ging steeds beter. Ook de versiersels van de verborgen agenda. In het begin sputterde mijn lief tegen. ‘Je haalt me uit mijn ritme met dat gedoe. Het voelt raar.’
… ‘Wen er maar aan,’ zei ik. ‘Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om uitsluitend volgzaam schaap te zijn.’
En ja, het wende. De vierde oefensessie kreeg ik het gevoel dat hij het fijn vond als ik mijn knie langs zijn dij omhoog liet glijden en hem op die manier immobiliseerde. Net zoals ik het fijn vond als hij mij (letterlijk) uit evenwicht bracht en ik volledig moest vertrouwen op zijn arm- en schouderspieren.
… Lijfelijkheid waar ik écht van genoot. Het was een bijzondere ervaring. Doorgaans weegt mijn hoofd meer (door) dan de rest van mijn lijf. Ik ben een woordenmens, een verhalenmens. Behoorlijk no nonsens ook. Handje in handje, zij aan zij, oog in oog … Het kan en het is leuk en warm. Voor eventjes. Vooral niet te lang.
… Dat had al vaak voor discussies gezorgd, want mijn lief is helemaal anders op dat vlak. Hij gaat voor dicht en samen en één plus één is één. Ik krijg daar nogal snel vapeurs van, en ademnood😉
… Het dansen deed ons goed. Punt.
Het werd Pasen, het werd paasmaandag. De eerste Waasmunsterse jaarmarkt zonder de warmte van ons ma en zonder haar rijk gevulde tafel. Chris, Riet en ik hadden voor taart gezorgd en voor drank. Eten deden we op de markt. Een afknapper. Veel calorieën, weinig smaak.
… Daarna liepen we een beetje verloren. Zonder ons ma was het ouderlijke huis maar een kille bedoening. We gingen buiten zitten, op het terras. De zon gaf warmte, de bloemen zorgden voor kleur – en heimwee. Al de tijd die ons ma aan huis en hof had gespendeerd … En hier zaten we nu, nutteloos te wezen.
… Zon maakte plaats voor regen en wind. We kraamden op, en begonnen aan de opruim. Wat moest weg? Wie nam wat? Lusters, kastjes, de fauteuil van ons pa, foto’s, handdoeken en washandjes, massa’s oude agenda’s … Dat soort dinges. Een gruwelijke bedoening eigenlijk.
… Het feit dat de helft van de mannen te veel duvels had gedronken, maakte het niet makkelijker. Duvels roepen valse emoties op, overdreven uitspraken, overbodige discussies en tranen.
… Toen de dag erop zat, was ik behoorlijk down.
… ‘Nog eens dansen?’ vroeg mijn lief toen we thuis waren.
… ‘Geen zin. Ik wil de spullen die we meehebben een plaats geven.’
… ‘En daarna naar bed? Lekker dicht?’
… ‘Geen zin.’
… Zijn ogen werden donker. ‘Ja, ja, geen zin. We zijn met twee, hé.’ En toen – zo luid dat de buren het ongetwijfeld konden horen. ‘Ik heb er genoeg van altijd de tweede viool te spelen. Ik wil hier mijn plaats in dit huis en in jouw leven!’
… En ja, voor we het beseften, zaten we weer in een neerwaartse spiraal. Helaas!
(wordt vervolgd)