Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 21
Mijn lief stond al op de uitkijk. ‘Eindelijk! Waar bleef je? Michiel is al een half uur thuis.’
… ‘Ik weet het niet,’ zei ik naar waarheid, en vertelde hem wat er gebeurd was.
… ‘Niet te schatten, jij,’ was zijn commentaar. Hij tikte een berichtje om mijn zoon te laten weten dat ik terecht was.
… ‘Hoe was jouw avond?’
… Hij fronste. ‘Tja … Het ziet er daar niet goed uit. Vorige week moest Peter voor het werk gaan eten met een klant, en wie ziet hij in het restaurant? Zijn vrouw met een andere vent. Niet zakelijk, dat was overduidelijk. Blijkt dat zijn madam al twee jaar een relatie heeft met een collega, en dat hun jongste kind misschien ook van die ander is. Wat doet een mens in zo’n geval. Flippen, hé?’ Hij nam mijn hand, zocht mijn ogen. ‘Je verhaal van daarnet …’ Hij wikte zijn woorden. ‘Erg geloofwaardig is dat ook niet?’
… ‘Klopt. Moet ik iets anders vertellen? Ik wil wel een minnaar verzinnen, hoor. Geen zwangerschap, dat gaat me te ver. Wacht …’ Ik haalde het grote plan van Gent uit de kast, vouwde het open. ‘Kijk, hier is de Bernadettestraat, de straat die de bus nam …’
… Hij volgde mijn zoekende vinger. ‘Er is daar helemaal geen straat,’ zei hij toen. Hij had gelijk.
… We lieten het rusten, stapten weer over naar Peter en zijn bedrieglijke eega, en van daar weer op bedrog in het algemeen. ‘Ik snap niet wat er daarnet gebeurd is,’ zei ik en dat stoort me. ‘Ik heb het nodig om de dingen te snappen.’
… ‘Snap je mij?’ vroeg hij.
… ‘Voor geen millimeter.’
… Hij knikte. ‘Dacht ik al. En toch zei je ja toen ik je vroeg?’
… ‘Ik zei geen nee.’
… ‘Ik snap je ook vaak niet, maar dat verhaal van daarnet geloof ik. Het is zo maf dat je het nooit had kunnen verzinnen.’
… ‘Toch wel. Verzinnen is mijn stiel.’
… ‘Misschien heb je mij wel verzonnen?’
… ‘In dat geval heb ik toch een paar steken laten vallen.’
… Hij kon erom lachen. Het zat weer goed. Oef!