Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 20
‘Waar staat uw fiets?’ vroeg Michiel toen we, rond halfelf, weer op straat stonden.
… ‘Ik ben met de bus. Er wordt hier rond Dampoort te veel gepikt.’
… ‘Dan loop ik mee naar de halte.’
… ‘Niet nodig, jong. Ik trek mijn plan wel.’
… Er viel geen lievemoederen aan. Dames met nachtblindheid, alleen in het donker, dat deugde niet. Punt. We zochten onze weg tussen de bouwwerf die Dampoort tegenwoordig is, en liepen naar de halte op de Steenweg. ‘Allez zeg, ge kunt hier zelfs zitten,’ zei hij geamuseerd. Zetelkes bij een bushalte, dat heb ik nog nooit gezien.’
… ‘Die zijn van de meneer uit dat huis daar. Hij …’ Precies op dat moment arriveerde de man met een volgeladen wasmand die rook naar wasserette. ‘We waren juist over u bezig,’ zei ik. Meer had hij niet nodig. Hij zette de mand voor zijn deur en stak van wal. Wat we nu eigenlijk vonden van die affaire Trump? En of we het al gehoord hadden van het Russische meisje dat in een gesticht was opgeborgen omdat ze een tekening had gemaakt die mister P. niet aanstond. Een half uur later stonden we er nog. ‘Nu moet ik echt weg,’ zei ik toen een volgende bus de hoek omdraaide. Michiel had zijn hand al opgestoken om hem te laten stoppen. ‘Is het een 38?’ Het antwoord hoorde ik niet meer. De deuren schoven open en ik stapte in.
En nee, het was géén 38, het was een 72, maar dat merkte ik pas toen hij bij de Potuit afsloeg naar de Hogeweg. Ik onderdrukte een diepe zucht, drukte op de bel. Verzeilde toen in iets dat ik niet verstond, en nog steeds niet versta.
… Bij de eerste halte stapte ik af, zette er direct stevig de pas in. Ik ken de weg, fiets er dagelijks langs. Een goeie honderd meter verder viel mijn frank dat er iets niet in de haak was. Ik had de slagerij niet gezien. Ik keerde op mijn stappen terug, bleef als aan de grond genageld staan. De slagerij was weg! De fietspaden ook. De helft van de straatlantaarns deed het niet, en met het trottoir was ook iets mis. Dat leek versmald. Kwam dat allemaal door die ene cognac? ‘Niet onnozel doen, Verhelst,’ mompelde ik tegen mezelf. ‘Gewoon rechtdoor en aan de Delhaize de Waterstraat in.’ Helaas … Geen Delhaize, geen Waterstraat. Ik begon er voorwaar van te zweten. Wáár was ik?
… Een kat die vlak voor mijn voeten uit een portiek sprong, bracht me weer bij mijn verstand. Ik grabbelde in mijn handtas naar mijn gsm en opende Google maps. Had ik beter niet gedaan. Volgens mijn gps-madam was ik 1700 km van huis, 16 dagen stappen!
Hoe het uiteindelijk is afgelopen?
… Ik heb me omgedraaid en volgde het traject van de bus. Tien minuten later was ik terug op de Hogeweg, die er volkomen normaal uitzag. De bus was de Bernadettestraat voorbijgereden, en was afgeslagen naar de Lierveldstraat. Volgens Google had ik nog 1.6 km te stappen. De wereld leek weer op zijn effen.
… Ik houd er wel een raar gevoel aan over, want later zou blijken dat er geen Lierveldstraat bestaat.
… Plooi in de tijd? Andere dimensie? Of aanval van dementie?
… Geen idee. Avontuur, dat was het wél. Zeker weten!
(wordt vervolgd)