Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 19
Michiel zat er al toen ik arriveerde, in zo’n treincoupé uit de jaren stillekes, het handelsmerk van Dampoort. Over onze bestelling moesten we niet nadenken. Voor hem een grote spaghetti. Voor mij één kaaskroket en één garnaalkroket – met frietjes.
… Die frieten ben ik eigenlijk ontgroeid. Twee gefrituurde dingen samen, dat bestel ik tegenwoordig niet meer, maar nood breekt wet. We waren nu eenmaal op tijdreis. ‘Oei,’ zei ik, nadat ik de kaart had bekeken. ‘Combinatie kaas en garnaal staat niet meer op het menu.’
… ‘Voor u wél,’ zei Michiel.
… Hij kreeg gelijk. ‘Natuurlijk,’ zei de ober. ‘Lang geleden dat jullie hier waren. Vroeger kwamen jullie elke week. Er was toen ook altijd een schoon meisje bij.’
… ‘Mijn zus,’ zei Michiel. ‘Ze raakte hier niet. Moerbeke en openbaar vervoer, dat matcht niet zo goed.’
… ‘Moerbeke? Waarom trekt iemand dáár naartoe?’
… ‘Voor de liefde,’ zei ik.
… Hij keek me langer aan dan obers doorgaans doen, knikte toen. ‘Ja. Liefde.’ Het klonk niet alsof hij er veel ervaring mee had.
Het eten smaakte nog zoals vroeger, en met de wijn was er evenmin geknoeid. De verandering – besefte ik, toen ik een flinke schep frieten van mijn bord naar dat van Michiel verhuisde – zat bij ons. ‘Spaghetti met friet,’ zei hij, ‘dat past als een tang op een varken, maar als ik doe of ik weer zestien ben, dan is dat het lekkerste van de wereld. Het was niet altijd koek en ei vroeger, zeker niet na de scheiding, maar ik zou toch geen andere jeugd gehad willen hebben. Alleen die ene vent, die zou geschrapt mogen worden.’
… We wisten allebei over wie hij het had, al werd zijn naam nooit genoemd. Voor mij was hij Keldermans, voor de kinderen dat stuk krapuul. Twee jaar lang had hij mij gestalkt, dag en nacht. Het was ermee geëindigd dat hij de zaak waar ik werkte, binnendrong en de boel kort en klein sloeg – met mij erbij. Pas toen had de politie mijn klachten serieus willen nemen. Zo was dat rond de eeuwwisseling …
… ‘Weet ge nog die vakantie met de tent? Toen we de auto op de trein hadden gezet?’
… ‘En we de eerste nacht bijna wegspoelden, met tent en al?’
… ‘Schone tijden waren dat! We zouden dat vaker moeten doen?’
… ‘Ons laten wegspoelen?’
… ‘Nee, gij, samen gaan eten! Wreed gezellig. Nu nog een Irish coffee. Gij ook?’
… ‘Geef mij maar een cognacje.’
… Zo spoelden we toch nog een beetje weg😉
…