De kroniek van een aangekondigd huwelijk – 15
Op mijn zeventiende, vijftien kilo minder rond dan het jaar ervoor, en met twee jongens die me probeerden te versieren (jammer genoeg niet mijn type), leek het leven verrukkelijk simpel. Ik zou naar Gent gaan studeren, een diploma halen, de man van mijn leven ontmoeten, trouwen, twee kinderen krijgen, en voor de rest van mijn dagen grenzeloos gelukkig zijn.
… We schrijven de jaren zeventig – toen geluk nog doodgewoon was, en naïviteit ook😉
… Ik was slim (vond ik toen) en ik wist uit ervaring (dacht ik) hoe het niet moest.
… Ik zou niet voor een hongerloon werken zoals mijn pa – een haalbare zaak, want een wever bij de Manta kreeg écht schandalig weinig betaald. Ik zou nooit zo hard werken als mijn ma. Ook haalbaar, want ze werkte bijna de klok rond. En vooral: ik zou nooit ruziemaken met mijn man.
… In mijn ouderlijke huis was het elke zondag prijs. Telkens voor hetzelfde. ’s Morgens na de mis vertrok mijn pa naar Sparta. ’s Middags aan tafel zat hij (duidelijk in de olie) zwijgend te glimlachen. Na de afwas trok hij weer naar Sparta. ’s Avonds viel hij woordeloos in de zetel en ronkte als een kettingzaag. Telkens weer ontplofte ons ma.
… Ik begreep dat toen niet. Het begrip kwam pas jaren later, toen ons ma in een onbewaakt moment eens vertelde hoe alleen ze zich had gevoeld, al die zondagen. Hoe graag ze eens met hem was gaan wandelen. Hoe hatelijk ze die bierlucht vond…
… Soit … Gedane zaken …
Hoe dan ook, ik zou nooit die fout maken. Daar was ik op mijn zeventiende rotsvast van overtuigd. Ik zou mijn man alles laten doen waar hij zin in had, en we zouden nooit tieren, nooit ruziemaken. Hoe onnozel kan een mens zijn als hij jong is.
… Nog geen uur nadat we terug waren van Schellebelle – ik nog altijd met dat kriebelgevoel bij het idee van mijn toekomstige in een handgemaakt kostuum – was het prijs. Niet de eerste keer en ongetwijfeld ook niet de laatste. We hadden het over het energieverbruik van zijn werkplek. Mijn cijfers en die van hem kwamen absoluut niet overeen. ‘Kijk,’ zei ik. ‘Je hebt het hier over gas, maar je hebt de getallen van de elektriciteitsmeter gebruikt.’
… Hij schoof zijn stoel achteruit. ‘Ik heb er mijn buik van vol! Het is simpelweg onmogelijk dat gij altijd gelijk hebt, en ik nooit!’ Zijn stem was te horen tot drie huizen verder, iets waar ik een gloeiende hekel aan heb.
… ‘Ja, maar,’ zei ik zachtjes. ‘ik héb gelijk. Ik zal het je laten zien. De Fluviusmeter … ’ Ik klapte mijn laptop open.
… Hij ontplofte. ‘Doe verdomme niet zo elitair! Ge gedraagt u als Miss Perfect, maar dat zijt ge niet, weet ge dat? Er hapert van alles aan u!’ En toen volgde er een overzicht van alles wat ik de afgelopen 23 jaar fout had gedaan, van alles wat op zijn lever lag, van al mijn nulscores – een schier eindeloze lijst. ‘En?’ besloot hij.
… ‘We annuleren die trouw,’ zei ik.
(wordt vervolgd)
Amai, we zijn in een thriller beland … Bij fictie zat ik nu te likkebaarden. Maar dit is geen fictie. Toch? Werk voor de boeg. Een dansje?
Hey André,
nee, geen fictie. Ik had het ook kunnen overslaan. Zie onszelf liever als een stabiel koppel, maar als ik dan toch non-fictie schrijf, tja, dan moet het écht zijn. Niet altijd koek en ei dus. Werk voor de boeg, ja. En een dansje, dat ook;-)