Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 13
‘Papierwerk’ is voor mij – altijd. Broer, zus, lief, kinderen… ze zijn het er allemaal over eens: ‘Gij zijt daar goed in.’ En ze hebben nog gelijk ook. Ik bén er goed in, vind makkelijk mijn weg op onoverzichtelijke sites, goochel met agenda’s en met cijfertjes. Ik had evengoed boekhouder als boekschrijver kunnen worden. Met minder voldoening? Ik weet het niet.
Ik was net bezig de website van Stad Gent uit te pluizen (Wanneer kan je trouwen? Hoeveel kost het? Wat zijn de regeltjes?) toen mijn lief binnenviel. ‘Ik wil het over kleren hebben.’
… Ik dacht dat ik het verkeerd had verstaan. Didier heeft niets met kleren. Hij plukt het bovenste shirt en de voorste broek uit zijn kast, ook als die samen vloeken. ‘Kleren?’
… ‘Trouwkleren. Weet jij al wat je wil?’
… ‘Ja, het hangt zelfs al in mijn kast. Mijn Kaatje.’
… ‘Je wat?’
… ‘Kaat Tilly.’
… ‘Die is dood.’
… ‘Klopt, maar haar kleren niet.’
… ‘En jij kocht iets van haar?’
… ‘Ja, achtentwintig jaar geleden.’ Daar hangt natuurlijk een verhaal aan vast. In 1995 kreeg ik voor het eerst auteursrechten uitbetaald. Stel u daar alstublieft niet te veel bij voor. Niet beroemde, niet beruchte schrijvers verdienen zowat niets aan hun boeken. Tien procent van de verkoopprijs per verkocht exemplaar. En daar moeten de belastingen nog af. Je moet behoorlijk veel betalende lezers hebben om daarvan te kunnen leven. In 1995 had ik net genoeg betalende lezers om me een Kaat Tilley te kunnen kopen – in de solden. Een droomjurk van tienduizend frank (indertijd). Ik heb ze welgeteld drie keer gedragen. Mijn ex vond ze te ‘aandachttrekkend’.
… ‘Kan je daar nog in?’
… Lap! Ik schoot meteen in de kramp. ‘Ben ik te dik?’ En ja, daar hangt ook een verhaal aan vast (al die uitweidingen halen de vaart uit mijn kroniek, ik weet het!). Als kind en als tiener wás ik te dik, en daar werd ik genadeloos mee gepest. De dikke, de bolle, de ton… Geen enkele jongen keek naar mij. Niemand wilde met mij dansen. Niemand wilde met mij uit. Op mijn zestiende ging ik op dieet. Van 70 over 60 en 50 naar 44. Anorexia dus, al werd daar toen nog niet over gesproken. Ik genas mezelf (een verhaal dat ik NIET ga vertellen), maar blijf tot op de dag van vandaag onzeker over mijn al dan niet ronde vormen.
… Hij nam de tijd om goed naar mij te kijken. ‘Geen gram. Verkeerde vraag. Waarom iets ouds?’
… ‘Omdat het juist voelt.’
… ‘Oké,’ zei hij. ‘Show je ze eens?’
(Wordt vervolgd)