Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 11
Die nacht droomde ik van ons ma. Ze plukte boontjes. Aan haar voeten had ze van die afgrijselijke galoches. Daarboven een minijurkje dat ze zelf had gemaakt (en dat nu – meer dan 50 jaar later – de favoriet van mijn dochter is). Toen alles was kaalgeplukt, zette ze haar tanden in een granny smith. Het sap droop van haar kin. ‘Zure appels,’ ze knipoogde, ‘daar bijt je best snel doorheen!’ Toen was ze weg.
… Als boodschap kon dat tellen. Iets over zeven zat ik voor de computer een mail naar mijn ex te tikken. Normaal gezien gaat dat razendsnel. We mailen regelmatig met elkaar. Over werk gerelateerde zaken (hij ontwierp mijn website en onderhoudt die ook), over ditjes en datjes (weet je wie er nu weer dood is!!!!) of over de kinderen. Om woorden zit ik zelden verlegen, ook niet naar hém toe, maar deze keer wilde het niet lukken. Ik schrapte meer dan ik schreef, betrapte mezelf op zinsconstructies uit de jaren stillekes. De zure appel werd met de minuut dikker. Wat ik aan het doen was, hoorde niet. Punt.
… Uiteindelijk gebruikte ik de woorden die mijn toekomstige en mijn zoon hadden voorgekauwd. Gedeeld verleden, kinderen, mijlpaal, bla-bla-bla. Ik nam niet eens de tijd om te herlezen, drukte meteen op verzenden. Après moi le déluge!
Maandag is mijn vaste ‘verbeterdag’. Klinkt saai, maar is het niet. Ik duik onder in de verhalen van mijn cursisten, en schaaf die bij. Zelf vind ik het een zalige bezigheid. Ik switch van romantiek over suspense naar kolder, dwing scheve zinnen in het gareel, straf onlogica ongenadig af. Het is een bezigheid die me volledig opslorpt, een bezigheid die al de rest laat verdwijnen – ook zure appel-mails.
… Een uur of twee later werd ik uit mijn concentratie gehaald door het ping-geluid van mijn mail.
… Afzender: Marc.
… Ik donderde een heden binnen waar ik geen zin in had, ging koffiezetten, knabbelde koekjes, keek naar de foto van ons ma, wenste dat ik haar kon bellen om te vragen: ‘En nu?’
… Enfin, ook zonder bellen, kende ik het antwoord: ‘Niet treuzelen. Doen!’
… Ik klikte de mail open, werd bijna vloeibaar van opluchting. Mijn ex wenste me oprecht geluk met mijn toekomstige huwelijk (en ja, ik geloof dat hij dat meende), maar hij wilde er niet bij zijn. Daar zou hij zich heel onbehaaglijk bij voelen. Jij toch ook? voegde hij eraan toe. Ik werd er even week van.
… Hij kende me nog altijd, en ik hem.