Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 8
Meteen na het eten klapten we onze laptops open. Met het trouwidee had ik me nog niet helemaal verzoend, maar het feest organiseren, dat zag ik helemaal zitten.
… Over het “wanneer” waren we het direct eens: de laatste week van augustus. Het was immers die week dat we elkaar leerden kennen. Tijdens een kunstopleiding in Dworp. Ik zou daar schrijfles geven, en stond – samen met de andere docenten – op een soort van podiumpje te luisteren naar de veel te lange inleidingsspeech van de directeur. Intussen zwierf mijn blik door de zaal. Een bonte verzameling aspirant dansers, acteurs, muzikanten en schrijvers. Zowat honderd in totaal.
… Ik probeerde op zicht uit te vissen wie wat kwam volgen toen mijn ogen bleven hangen bij een grote, slanke, donkerharige man. God in de hemel, dacht ik, wat een stuk! Als die nu eens romancier mocht zijn, als die nu eens in míjn groep kwam te zitten. Er begon direct van alles te kriebelen binnenin.
… De directeur (die intussen was uitgepraat) legde zijn hand op mijn arm. ‘En dit is Ingrid. Wie inschreef voor Proza, mag haar volgen naar lokaal C, in het gebouw hiernaast.’
… Ik stapte van het podium, liep naar de deur, bleef daar wachten. Een knappe rosharige met een grote bril, kwam naar mij toe. ‘Ik ben Erna.’ Daarna volgde Evy, een spichtig meisje dat eruitzag of ze door de grond wilde zakken, Bart, met zijn gespierde torso en stekeltjeshaar, Hugo, een senior die leek op vader Abraham, Xavier in pak met das… De rest is een beetje wazig, want ineens stond HIJ voor mijn neus. ‘Didier,’ zei hij, en ik zweer het: alle engelenkoren begonnen te zingen😉
Over de plek waar we het feest wilden geven, hoefden we ook niet lang na te denken: de tuin van ons Vero. Zij, Theo en Olivier hebben het onwaarschijnlijke geluk om te mogen wonen in een “beschermd monument”, het koetshuis van een kasteel. Een pareltje met een voelbare ziel, vele lagen geschiedenis, een binnenkoer met allures en tientallen mankementen die de charme alleen maar verhogen.
… Het enige probleem?
… Ze wisten nog nergens vanaf.
… ‘Bel je even?’ zei mijn lief.
… ‘Allez, zeg. Zoiets doe je toch niet per telefoon. Dat is bijna hetzelfde als een relatie uitmaken per sms. Nee. We rijden er morgen naar toe, en naar Michiel en Valerie ook.’
… ‘We hadden Brussel gepland.’
… ‘Brussel loopt niet weg.’
… Heel even zag het er naar uit dat we weer op een breekpunt afstevenden. Geen goed idee. ‘Vindt ge nu ook niet …’ Ik schonk hem nog een bodempje rood.
… Er gleed een glimlach over zijn gezicht. ‘Weet ge, Verhelst, ge zijt nog altijd even eigengereid als toen in Dworp. Had ik dat indertijd geweten…’
… ‘Wat dan?’ vroeg ik.
… ‘Het zou geen donder hebben veranderd,’ zei hij. ‘Ik was verloren van toen ik u op dat podium zag staan. Bel de kinderen maar dat we komen.’
Samenleven… we leren het misschien toch nog…
(wordt vervolgd)
zo schoon…
Merci, Vera!
Heerlijk.
Merci, Willy!