Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 3
Terwijl ik uit alle macht probeerde om mijn hoofd bij de saus te houden, hoorde ik mijn lief in de living de tafel dekken. Dat is het werk van degene die niet in de keuken staat, een simpele logica die is uitgegroeid tot een soort van huisregel.
… Het is van op een kilometer afstand te zien wie tafelcorvee heeft. Ik ga voor kaarsjes, lichtjes en bijeen passend servies, mijn lief voor een bont allegaartje en plafondlicht – dat ik dan zo snel mogelijk dim. Scherp licht accentueert, kaarslicht verdoezelt, en eens de vijftig gepasseerd, is verdoezeling meestal een godsgeschenk. Ik dim dus al jaren😉
Deze keer viel er niets te dimmen. De living baadde in een zacht, oranje schijn, de theelichtjes flikkerden van genoegen, de tafel was gedekt voor hooggeëerd bezoek – met onze mooiste glazen (erfstukken van meer dan tachtig jaar oud) en het bloemetjesservies uit de kringloopwinkel. Mijn lief had zelfs twee kunstwerkjes van servetten in elkaar gedraaid.
… ‘Wauw,’ zei ik. ‘Mijn eten is zoveel luxe niet waard, vrees ik.’
… ‘Jij wel,’ zei hij. Nee, hij was zijn vraag intussen niet vergeten. En ja, het was gemeend. En – het belangrijkste – ik had geen ‘nee’ gezegd. Hij hief zijn glas. We klonken. ‘Of ga je dat nu doen?’
… ‘Wat?’
… ‘Nee zeggen.’
… ‘Nee.’
… ‘Zeg je dan ja? Of ga je me afleiden met een kus en daarna over iets anders beginnen? Ik ken je wel, hoor!’
… Hij maaide me het gras van voor de voeten, want ja, dat was ik van plan geweest. Mijn hersenen kookten zowat over. Ik nam een slok wijn, en nog een, klokte vervolgens de rest van mijn glas naar binnen. En toen gooide ik het er gewoon uit. ‘Ja. Ik zeg ja, onder één voorwaarde!’
… Nu was HIJ eventjes de kluts kwijt. Ik zag het aan zijn schouders. Die kropen omhoog alsof ze een muurtje rond zijn hoofd wilden bouwen. ‘En die is?’
… ‘Dat we samen leren dansen. Met de nadruk op SAMEN. Ik wil als openingsdans geen stomme slow en al zeker geen gehuppel.’
Het bleef geruime tijd stil, en dat kon ik helemaal begrijpen. Mijn lief is een fervente alleen-danser. Geef hem de ruimte en de juiste muziek en hij huppelt zijn achillespezen in en uit de knoop. Ik ben een samen-danser, een swinger. Hij haat swing. Op dansfeesten sta ik dus meestal buiten te roken. Af en toe komt hij me dan halen voor een tegelplakker, ook niet precies my cup of tea. Samen dansen zou dus een kanjer van een uitdaging worden, zowel voor hem als voor mij. Maar getrouwd zijn (en blijven) leek me een nog veel grotere uitdaging. We konden dus alvast oefenen.
… Op radio Continuo maakte Mozart plaats voor Vivaldi. Mijn lief hulde zich nog steeds in stilte. Ik schonk onze glazen vol. Hij pakte mijn hand. ‘Geen swing,’ zei hij.
… ‘Ook geen slow.’
… ‘Wat dan wel?’
… ‘Maakt niet uit. Gewoon iets wat we samen kunnen doen.’
… ‘Oké,’ zei hij. ‘Deal. Ik boek Koen.’
… Daarmee was het pleit beslecht. We zouden gaan trouwen. Misschien.
(wordt vervolgd)