Kroniek van een aangekondigd huwelijk – 2
Nog geen minuut na zijn huwelijksaanzoek brandde mijn saus voor de tweede keer aan. Ik stuurde hem de keuken uit, en begon opnieuw. Driemaal is scheeprecht, toch?
… Terwijl ik huisvrouwelijk in de steelpan stond te roeren, vroeg ik me af waarom ik zo over mijn toeren was. Het viel niet te ontkennen: ik was de kluts kwijt. Heel gek, want mijn lief was in de loop der jaren al minstens tien keer over trouwen begonnen. Meestal na een glas te veel. Meestal een beetje lacherig. Ik had – net als deze keer – nooit ‘nee’ gezegd. Ook nooit ‘ja’. Ik lachte zo’n beetje, gaf hem een kus, en wachtte tot het over ging, tot hij zijn vraag vergeten was.
… Wat was er dan anders deze keer?
… Het antwoord was simpel: deze keer was hij broodnuchter en uitermate serieus. Deze keer zou hij zijn vraag niet vergeten. En – o jee – ik had geen ‘nee’ gezegd. Het scheelde geen haar of mijn saus brandde voor de derde keer aan.
Of ik iets tegen trouwen heb? Of ik hem soms niet graag genoeg zie?
… Het antwoord is twee keer negatief. Ik zie gewoon niet in hoe ons leven er beter van kan worden. Latten is helemaal mijn ding, is helemaal óns ding. Altijd blij wanneer we elkaar terugzien, altijd een beetje opgelucht als we weer op ons eentje zijn. Elkaar missen en uitkijken naar elkaar. Welk huwelijk doet beter?
… Bovendien ben ik al getrouwd geweest. In de sweet seventies gaf ik het jawoord aan de vader van mijn kinderen, in de zekerheid dat ik totterdood bij hem zou blijven. Twintig jaar later liep hij op een zonnige vrijdagmorgen de trap af om niet meer terug te keren.
… Ik heb me nooit zo mislukt gevoeld als toen. Tenzij misschien die dag, maanden later, toen de rechter de scheiding definitief maakte. Ik val nog liever dood dan nog eens te scheiden, en de enige manier om een scheiding te vermijden, is NIET trouwen. Duidelijk, toch?
En ja, ik weet het. Mijn redenering is belachelijk. Het is niet meer of minder dan een raar soort bijgeloof of een slecht verwerkt trauma. Mochten we nu uit elkaar gaan (zonder getrouwd te zijn), dan zou dat evengoed aanvoelen als scheiden (met alle zeer van dien), maar…
… Tja, wat maar? Ik ben – vrees ik – geen redelijk, nuchter denkend mens. Zullen we het daar even op houden?
(wordt vervolgd)
heeft didier geen blog? zou nog spannender lezen zijn…
Hij wordt al groen bij het idee om te moeten bloggen, maar – geloof het of niet – ik heb ‘m wel toestemming gevraagd voor deze blog, want het is hier ook niet altijd rozengeur en maneschijn, en dat wil ik gewoon niet uit de weg gaan – wat dus wel gênant kan worden, zowel voor hem als voor mij…
Je redenering is absoluut niet belachelijk, en volgens mij ben jij wel degelijk een redelijk, nuchter denkend mens, Ingrid… wel, wel, hoe romantisch: een kus onder de maretak.
Benieuwd, benieuwd, benieuwd
Aan maretakken doen we niet, Stef;-) En ik ben soms nuchter enzovoort, soms een ongeleid projectiel, naargelang het uitkomt.
En om eerlijk te zijn… ik ben zelf benieuwd hoe het afloopt, want zolang die fameuze handtekening niet is geplaatst, blijft alles onzeker, nietwaar?