Aanrader of te verguizen – 3
De klachtenbrief bleef veilig en wel in de pc van mijn lief.
… Na een uurtje sakkeren stuurde hij een mailtje naar de Auberge, en stelde vier andere data voor. Data die niet in een toeslagperiode vielen. Hij kreeg prompt antwoord: Sorry. Volzet. Ik verwachtte een nieuwe uitbarsting. Die kwam er niet. Zonder commentaar tikte hij: Akkoord met toeslag voor eerste aanvraag. Graag officieel bevestigen. Toen verdween hij in de keuken. De messen kletterden venijniger dan doorgaans, maar de geur die de living kwam ingewaaid, was pure zaligheid – net als altijd.
… Dat is het belangrijkste, hield ik mezelf voor: lekker eten, geen gedoe. Iedereen doet wel eens iets stoms. Toch kostte het me moeite om mijn snater te houden.
… Ben ik een krent, zoals ze dat in Nederland zeggen?
… Naar mijn mening niet. Ik heb gewoon een bloedhekel aan onduidelijke (of bedrieglijke) communicatie. Een uitje dat in minder dan een halve dag verdubbelt in prijs. Daar komt mijn haar van recht – en geloof me, dat is geen gezicht😉
De volgende twee dagen checkte mijn lief om het kwartier zijn mailbox. Bij elke check ging zijn humeur iets dichter naar het vriespunt toe. De Auberge bleef doof en stom. ‘Ik geef het op,’ zei hij op dag drie. ‘Ik heb het verknoeid met mijn giftige gedoe. Krijg jij het in orde? Jij bent diplomatischer dan ik?’
… Dat compliment viel niet te negeren. Ik schoot in gang, gebruikte het mailadres van mijn werk. Op die manier werd ik voor de Auberge een ‘nieuwe klant.’ Nog dezelfde dag had ik een datum zonder toeslag te pakken. Wat voor mijn lief volzet was geweest, bleek voor mij vrij. Op zijn minst bizar, nietwaar?
… Een uurtje later kreeg ook hij een bevestiging. Voor zijn dure datum.
… ‘En nu?’ vroeg ik.
… ‘Ik verdwijn. Ik los op in mist. Ik laat niets meer van me horen. We nemen die reservatie van jou. Ze hebben daar duidelijk de pik op mij, want ik moet bijna het dubbele betalen. Hoe deed je dat eigenlijk?’
… ‘Op zijn Hollands,’ zei ik. ‘Met genoeg stroop om een suikerpatiënt in het ziekenhuis te krijgen, en met een bengelende wortel voor de ezel. Ik schreef dat ik op zoek was naar een charmant hotel voor een groepsverblijf. En dat is niet eens gelogen. Ik wil er best nog eens op uit met mijn schrijvers.’
… ‘Toch niet naar daar? Na wat ze…’
… ‘Tuurlijk niet, maar dat hoeven zij toch niet te weten?’
En zo kwam alles uiteindelijk goed.
… Of de Auberge een aanrader wordt of te verguizen valt, dat kom ik te weten halverwege april. Dat hun klantenwerving te wensen overlaat, dat weet ik nu al.