Kroniek van een aangekondigd afscheid – 7: Picasso…
De frustratieruimte maakt denken makkelijker. Nog voor de trein Lokeren passeert, staan antwoorden en vragen in de rij.
… Ons ma herkent ons.
… Goed!
… Ze verstaat ons.
… Goed!
… Ze kan nadenken en voor zichzelf formuleren?
… Niet goed! Vraagtekens moeten weg.
… Thuis loop ik meteen door naar de pc. Ik print foto’s, plak die in een schrift met een harde kaft, schrijf er uitleg bij. Duidelijk. In drukletters. Mijn vloeiend schrift is enkel leesbaar voor mezelf.
Ruim voor het bezoekuur ben ik terug in Sint-Niklaas. Te ruim. Ik word verbannen naar de cafetaria. Geen probleem. Mijn plan kan niet missen. Ons ma wordt gered. Zeker weten!
… Drie kwartier later ben ik niet meer zo overtuigd. ‘Versta je mij, ma?’ Knikje. ‘Kan je denken?’ Knikje. ‘Oké? Dan gaan we schrijven, ma. Als je niet kan praten, dan moeten we schrijven. Je weet nog wat schrijven is?’ Knikje. ‘Wie is dit?’ Ik wijs naar de foto van tante Cecile, waarmee ze de laatste tien jaar zowat alles deelde, behalve het bed.
… ‘Wjobje.’
… ’Ik stop de stylo in haar rechterhand (die moet geactiveerd worden). ‘Schrijf maar. CECILE.’
… Ze kijkt ernaar, schudt het hoofd, hevelt de pen over naar links, drukt de punt op het papier. Enfin, drukken is het woord niet. Ze maakt een krabbel die geen spoor nalaat.
… ‘Wacht,’ zeg ik, ‘zo terug.’ Ik cross naar beneden, koop in de cafetaria een doosje stiften, haast me weer de trap op. ‘Hier, probeer dit eens.’
… En ja, de stift glijdt over het blad, laat iets na wat een vroege Picasso zou kunnen zijn. Ze kijkt me aan, trekt haar wenkbrauwen op.
… ‘Nee,’ zeg ik. ‘CECILE’. Ik schrijf het voor.
… Ze knikt, klemt de pen tussen duim en wijsvinger, schrijft. Ik ga door mijn dak van contentement. Perfect, toch? Alleen een beetje omgekeerd. Ook normaal. Ze schreef nooit eerder links. We proberen Juliette.
Alles komt goed.
Dan glijdt de stift uit haar hand. Ze slaapt.
…Ik kijk lang naar haar gezicht, dat er vertrouwd uitziet, en toch weer niet. Ik druk een kus op haar voorhoofd. Na enig getwijfel, teken ik er met mijn duim een kruisje bij. ‘God zegene u, en God beware u,’ zoals zij het bij mij deed toen ik klein was. Ik weet niet of het een goed idee is om de Kerk erbij te halen. Ik heb er geen vertrouwen in, maar zij had dat wél, en haar wil is – meer dan ooit – wet.
Zo puur geschreven, herkenbaar bij het lezen door mijn zorgberoep , een gevoel op papier zetten , de weg naar aanvaarden , hopen …..
Merci, Annick. Het helpt mij, veel meer dan piekeren…
Dat schrijven is een goed idee, ik had er ook aan gedacht…
Aan ideeën had ik zelden gebrek, de uitwerking… dat is wat anders…
Zoveel liefde! Zelfs dit regenachtige en sombere weer is er niet tegen bestand.
Mooi!
Dank je wel, Johan!
Lieve Ingrid, zo ontroerend mooi.
Dank je wel, Neel!