Kroniek van een aangekondigd afscheid – 4: orde

Tureluurster/ december 22, 2022/ Schrijven en ik/ 2 commentaren

In geval van zware nood zijn er twee mogelijke reacties, las ik ooit in een of ander semi-psychologisch boek, vluchten of vechten.
Ik zou heel graag kunnen zeggen dat ik een stoere vechter ben. Helaas…
Toch ben ik ook geen wegloper. Eerder een abnormale. Wringt het leven tegen, dan schakelt mijn hoofd zichzelf uit, en val ik in slaap. Dat is geen bewuste actie, geen keuze, geen tovertruc die slapeloze woelers ook wel willen kennen. Het gebeurt gewoon.
De reddende rum wordt dus niet geconsumeerd. Binnen de tien seconden nadat ik me in de sofa laat zakken, slaap ik. Diep en droomrijk. Tot de volgende morgen.

Zes uur, zie ik op het digitale klokje. Bel ik nu naar het ziekenhuis, dan sta ik daar levenslang te boek als ‘die ambetante’. Ik laat mijn telefoon met rust en ga opruimen. Het beste wat een mens (als ik) kan doen in een wanordelijke wereld. Het geeft me rust, het gevoel dat ik een klein plekje onder controle heb.
Tegen acht uur heb ik drie keukenkasten uitgemest en staat een kwart van mijn boekencollectie weer op alfabet. Ik draai het nummer van het ziekenhuis in Sint-Niklaas.
‘Nee, mevrouw. Die dame staat hier niet ingeschreven.’
Dame… Ons ma zou erom grinniken. Ik weet ook wat ze zou hebben gezegd. ‘Dame? Koningin Mathilde, dát is een dame. Ik? Ik ben gewoon ik. Niets bijzonders.’
Dat heeft ze grondig mis. Ze is ‘zij’, ze is ons ma!
Ik bel naar Antwerpen.
‘Ja, mevrouw, de operatie is geslaagd. Vandaag gaat uw moeder terug naar Sint-Niklaas. Bezoek? Dat kan, maar ik zou het niet aanraden. We weten niet precies wanneer ze terug wordt gebracht, en het zou zonde zijn naar hier te rijden als ze elders is, nietwaar? Zal ik u bellen als de ambulance er is?’
’Graag!’ Ik kan die vrouw wel zoenen. Operatie geslaagd, en – minstens even belangrijk – ze gebruikte NIET het woord transport. Ik kleed me aan en duik in mijn mailbox. Als IK gewoon doe, dan zal de wereld moeten volgen, dat kan niet anders!

Die engel van efficiëntie in Antwerpen belt effectief terug. Mijn moeder is om vier uur vertrokken. Een uurtje later krijg ik telefoon van Sint-Niklaas. Mijn moeder is gearriveerd.
Of we op bezoek mogen komen, vraag ik.
’Normaal gezien niet,’ is het antwoord, maar desnoods wil ik een uitzondering maken. ‘Tien minuutjes of zo. Uw moeder is nog niet echt…’

Ik val in slaap.

 

Deel dit bericht

  1. Er is nog een derde reactie: bevriezen, verlamd zijn van angst. Dat in slaap vallen is volgens mij iets dergelijks, iets als zich dood houden wanneer een wild dier in de buurt is. Een onbewuste, intuïtieve overlevingsreflex uit Neanderthal tijden. Geen slechte reactie, als het gevaar en de stress te groot zijn kun je ze toch niet bevechten.

    1. Hey Joos, fijn om dat te horen. Ik voel me nu ineens een stuk minder abnormaal (echt waar!). Het feit dat ik dan wel héél erg reageer als een Neanderthaler, daar heb ik geen probleem mee. Die mensen wisten zich te redden in extreme omstandigheden. Dat geeft me moed!

Reageer hier