Kroniek van een aangekondigd afscheid – 3: koffie of rum?
En dan is er koffie…
… Ik zit aan de keukentafel boven een dampende beker, met een Leonidaspraline in mijn hand – zo’n witte met een noot. De minuten ervoor ben ik kwijt. Blijkbaar is mijn lijf in staat dingen te doen zonder dat mijn bewustzijn in de buurt is. Op de ene of de andere manier ben ik daar blij om. Misschien dat het bij ons ma ook zo werkt.
… De cafeïne helpt me focussen. Chris, Riet en de kinderen bellen. Tante Cecile laten weten dat ik alles onder controle heb, en…
… De telefoon gaat. Hetzelfde nummer als even ervoor: de dokter.
… Gedaan, denk ik. Over en out. Ons ma is dood. Ik voel direct hoe mijn hart trager gaat kloppen. Dood is goed. Dood is de afsluiter van de schone ‘oude dag’ die ze had. Dood is welkom. We gaan haar ontzettend missen, maar ‘snel mogen gaan’ is een fantastisch cadeau. Ik neem op. ‘Met Ingrid.’ Het klinkt krachtig, dat hoor ik zelf.
… ‘Mevrouw Verhelst, we hebben uw moeder bloedverdunners gegeven, en zetten haar nu op transport naar het UZA.’
… Op transport, denk ik (met in mijn hoofd een misselijkmakend beeld van concentratiekampen). ‘UZA?’ vraag ik.
… ‘Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Wijzelf kunnen geen klonters weghalen.’
… ‘Dank u,’ zeg ik, en ik druk af. Hopelijk hoort hij de klik zoals ik die hoor.
De komende uren zijn de hel. Ik verwittig Chris, Riet en de rest van de familie, krijg tientallen vragen die ik niet kan beantwoorden, zuip koffie. Rum lijkt meer aangewezen. Om het beeld van ons ma – op transport – te wissen, maar ik mag me niet laten gaan, niet laten gaan, niet laten gaan…
… Ik bel naar Sint-Niklaas (waar ze niet meer bestaat omdat ze is uitgeschreven), naar Antwerpen (waar ze nog niet bestaat wegens niet ingeschreven) en ga daarmee door tot ze uiteindelijk ‘opduikt’ in Antwerpen. Heel de tijd zie ik die bloedklonter dikker en gevaarlijker worden.
… Heel de dag zie ik hersencellen afsterven.
… Heel de dag zie ik ons ma verdwijnen, wegzakken in een donker hol dat ze gruwelijk zal haten.
En ja, rond elf uur ’s avonds laat ik me uiteindelijk toch maar gaan, en draai ik de dop van die fles rum.
Beste Ingrid , het is zo moeilijk je ouders te zien afzien ,put moed met de goeie momenten die je gehad hebt, zo moeilijk om afscheid te nemen en niet weten hoelang je nog hebt , met deze wens ik je nog veel sterkte en goeie moed in de hoop dat het goed komt . Dikke knuffel , Marina
Dank je wel, Marina! Ons ma is nog altijd de lijm tussen ons. We staan allemaal op één streep: haar helpen, en haar niet laten afzien. Kunnen we dat volhouden, dan redden we het wel. Zij allicht niet, maar we mochten haar heel lang bij ons hebben, dat maakt veel goed!
Ingrid