Zot zijn enzovoorts 19 – naar de middeleeuwen… (oeps – moest 20 zijn. Foutje… merci om het te melden, Peggy)
‘Misschien dat we toch…’ begon mijn lief, nadat we ons tafeltje en stoeltjes hadden uitgeklapt. ‘Nog een nacht als voorgaande, ik weet niet…’
… ‘Momentje.’ Ik nam er You tube bij, zocht het daktent-filmpje op. We kregen dezelfde mevrouw te zien die het bed had gedemonstreerd, zonder met de ogen te knipperen. Deze keer knipperde ze wél. Halverwege verscheen er zelfs een frons tussen haar wenkbrauwen, én het begin van iets dat een zweetdruppel kon zijn. Dat gaf de doorslag. Nee, we begonnen er niet aan.
… Het gevolg is duidelijk, veronderstel ik. Alweer een even-even-even-nacht, alweer Feldene de volgende morgen. Het duurde een behoorlijke poos voor we ons allebei in gang hadden getrokken, en op weg gingen naar Fort la Latte.
Ik zit doorgaans niet verlegen om een lyrische beschrijving meer of minder, maar de Côte d’Émeraude is simpelweg te schoon voor woorden. Zo schoon dat zelfs de tijd er voor op de loop gaat. Toen we arriveerden bij het Fort (dertig kilometer van ons vertrekpunt) – ijl in het hoofd van de honger, en slap in de benen van al het geklauter – was het al ver na de middag. Dat maakte me intens blij. Niets mooiers dan verdwalen in de tijd. Dat kan alleen maar betekenen dat je op alle vlakken verdwaald bent, en da’s toch de essentie van reizen, nee?
… De burcht ligt ruim zestig meter boven de zee, en is van het vasteland gescheiden door twee kloven met valbruggen. Behoorlijk imposant. Op het hoogste torentje, met rondom blauw, grijs en wit, met wapperende manen en broekspijpen, voelde ik me een middeleeuwse jonkvrouw aan de zijde van een koene ridder. Een mens mag dromen, nietwaar?
De vuurtoren van Cap Fréhel leek nauwelijks een boogscheut weg. Zonde om de auto te nemen. We gingen te voet. Van zelfoverschatting gesproken…
… Tegen dat we ginder aankwamen, stond de zon bijna op het laagste punt. Tegen de tijd dat we terug waren gelopen, voelde ik me eerder middeleeuws lijk dan jonkvrouw. Ook mijn lief zag er een beetje pips uit, toen we (het schemerde al) ons busje weer instapten. De enige die echt – en stralend groen – glunderde, was de stappenteller van mijn smartphone. Ik had mijn persoonlijke record gebroken (niet voor herhaling vatbaar). Bijna 40.000 stappen op de teller!
(wordt vervolgd)
Zalig om te lezen, Ingrid. Begin serieus goesting te krijgen om ook die kant op te gaan. Vond ik maar iemand om mijn valies te maken.
Als jij zegt wat erin moet, mik ik met plezier het hele zootje bij elkaar;-)