Zot zijn enzovoorts, 12 – meer Bourgondiër dan Bretoen…
Door al ons geklungel, en de eindeloze sloten koffie erna, waren we het getij uit het oog verloren. Het wandelpad dat we wilden nemen, bleek grotendeels opgeslokt door het water. We reden dus met ons busje naar Sotteville. De tijd had daar – sinds ons vorige bezoek, twee decennia geleden – niet helemaal stilgestaan, maar het scheelde niet veel. De dorpskern was nog steeds even bloemig en verweerd, de trap naar het strand (231 treden) nog steeds even indrukwekkend, het strand nog steeds even einde-werelds. Er stond een strakke wind die de golven met een denderend geluid tegen de kliffen sloeg en alle gedachten uit mijn hoofd blies. … Het leven was weer goed. Tijd om koers te zetten naar het startpunt van onze Bretoense trip: de Mont Saint-Michel. Via de kortste weg, dat was de afspraak.
Uiteindelijk lieten we ons toch verleiden om de snelweg te verlaten, en de laatste 50 kilometer verder te tuffen langs een departementale, met om de haverklap een stop om ons te vergapen aan al het schoons. Het was na vier toen de (op de foto niet zichtbare) torenspits opdoemde aan de einder. De spits groeide uit tot toren, tot kerk, tot fort, tot een indrukwekkende massa steen en kunst, de trots van Frankrijk.
… We stopten op wat een steenworp afstand leek, zagen keverkleine busjes mensen als mieren transporteren.
… ‘Zullen we de wagen hier laten en te voet gaan? Ik heb helemaal geen zin in dat toeristisch gedoe.’
… Mijn lief, altijd in voor een fikse wandeling, glunderde. ‘Doen we.’
Het volgende uur zochten we onze weg tussen miljoenen schapenkeutels, stekelig gras, drassig slib en gladgeschuurde keien. Er stond een koele wind, maar de zon gaf behoorlijk wat warmte. Tegen de tijd dat we de berm opklommen naar de officiële weg, stikten we allebei van de dorst.
… ‘Een drankje, dat zou deugd doen,’ zei mijn lief.
… Helaas. Buiten seizoen neemt Michel er zijn gemak van. De poorten waren dicht, de kraampjes ook. Die ‘helaas’ is relatief. Van mijn vorige bezoek (in de jaren stillekes) herinnerde ik me vooral de mensenmassa, het gedrum, andermans lijfgeuren waaraan niet te ontsnappen viel. Ik hoefde niet zo nodig naar binnen. Het was goed zoals het was. We prentten de grootsheid in ons hoofd en in onze ziel, namen er – met het oog op mogelijke dementie en alzheimer – ook wat foto’s van, en begonnen aan de terugweg.
Om halfacht – net voor de receptie sloot – bereikten we onze tweede camping, le Balcon de la Baie. Een oase van rust met een wijds uitzicht op de baai van de Mont Saint-Michel. Jammer genoeg zonder winkeltje of restaurant. Onze voorraadkast bood ook weinig perspectief: een halve krop sla, een stuk taai brood, een blikje sardienen en een flintertje appelcake. We hadden de keuze: een avondje dieet of weer de baan op. Het werd dieet, weggespoeld met een memorabele fles witte wijn.
… Het zegt iets over ons, vrees ik, dat we heel geregeld zonder eten vielen, maar nooit zonder drank.
… Meer Bourgondiër dan Bretoen, zoiets…
Tip mss volgende keer polar step gebruiken kunnen we alles volgen en terug kijken
Hey Lut,
ik heb – eerlijk gezegd – nog nooit van Polar Steps gehoord, dat moet ik eens opzoeken.
Snap dus niet wat je bedoelt met volgen en terugkijken, want dat kan je uiteraard ook via mijn website. Maar… ik zoek die Polar App eens op. Dan snap ik het misschien wel;-)