Een probeersel… het is te zeggen: iets wat men tegenwoordig een podcast noemt…
Ik ben niet technisch aangelegd. Om eerlijk te zijn: ik heb twee linkerhanden. Ik kan goed tikken en goed schilderen. Excuseer: verven. Daar houdt het mee op.
…Tegenwoordig worden we overspoeld met podcasts. Het duurde een poosje voor ik door had dat dit eigenlijk een dure naam was voor wat men vroeger een ‘bandopname’ noemde of – in luxe omstandigheden – een luisterspel.
…Aan een luisterspel – met effecten – (wat ik eigenlijk de max vind!) ga ik me niet wagen (daarvoor is mijn linkshandigheid te groot), maar een bandopname ligt wel in mijn mogelijkheden, denk ik. Bij deze presenteer ik jullie dus de eerste pagina’s van ‘Mijn zoon, mijn monster’ – zelf ingelezen, in de hoop degenen die niet kooplustig waren, over de streep te trekken. Mijn stem is nog een jaar of vijfentwintig te jong, maar dat komt vanzelf goed – ergens in de jaren veertig.
Ja, het zijn barre tijden voor niet beroemde, niet beruchte, niet esthetisch presentabele schrijvers. Die worden meer dan ooit doodgezwegen, waardoor de verkoop van hun boeken keldert en ze moeten overleven op pasta zonder saus of sla zonder mayonaise.
…Soit, goed voor mijn cholesterol.
…Geniet van het ingelezen fragment – ook al draagt het niet de trendy naam podcast…
En… voor de linkshandigen onder jullie (want ik ben vast niet de enige), vergeet niet het geluid aan te zetten!
Ik vind het een mooie toevoeging bij enkel de tekst. Duidelijk dat je Irma helemaal ‘voelt’.
Tja, ik ben haar in de loop van het schrijfproces geworden, vrees ik;-)
Mij hoef je natuurlijk niet over de streepte trekken maar er zijn nog genoeg anderen. Wie niet waagt, niet wint! PS : als je al die podcasts wil beluisteren waarmee ze je nu overstelpen heb je het eeuwige leven nodig.
Klopt, en dat eeuwige leven heb ik niet. Ik luister dus behoorlijk selectief.
Zeer mooi. Het klinkt echt als een luisterspel.
Merci, André!